Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En zij weken terug, en handelden trouwelooslijk, gelijk hun [66]vaders; zij zijn omgekeerd, als een [67]bedriegelijke boog. 66. In de woestijn gedaan hadden. 67. Hebr. een boog des bedrogs; die den bout achterwaarts schiet en niet voorwaarts naar het wit, of die den schutter kwetst, of anderzins in des schutters hand zich omkeert, en niet, of onrecht schiet. Alzo Hos.7:16.